De moed van Dietrich von Hildebrand

Weense wandelingen

Sinds een aantal maanden verkeer ik in de voormalige hoofdstad van het Habsburgse Rijk, waar het verleden je nog elke dag aanspreekt. Dit kwam na de aanval van Hamas op Israël op zeven oktober treffend tot leven. Oostenrijk sprak net als Nederland direct haar steun uit voor Israël, en organiseerde publieke manifestaties.

Onder zware beveiliging spreekt Bondskanselier Nehammer de Joodse gemeenschap en andere toegestroomde demonstranten toe op het Ballhausplatz. Ik sta naast het monument voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme. De naziterreur was hier ongekend, de grote Joodse gemeenschap in Wenen heeft daar zwaar onder geleden. Deze keer wil de stad duidelijk maken dat het voluit achter hen staat.

Hoewel een substantieel deel van de bevolking van Oostenrijk sympathiseerde met het nationaalsocialisme, was er ook veel verzet. Voor Nederlands publiek relatief onbekend is de naam van Dietrich von Hildebrand (1889-1977). Een kennis wees mij op zijn woning in de Habsburgergasse in de binnenstad. Deze Duits-Italiaanse hoogleraar en verzetsheld woonde van 1933 tot 1938 vlak bij de Stephansdom. Op ooghoogte in de Habsburgergasse is nu nog een marmeren rode plaquette met een groot kruis te zien dat herinnert aan Von Hildebrand. Zijn woning vormde het centrum van een kring die via het tijdschrift Der Christliche Ständestaat op intellectuele wijze verzet tegen het nationaalsocialisme organiseerde.

Ook schreef hij tijdens deze periode een van zijn beroemdste boeken, Die Umgestaltung in Christus. Hij schreef het onder een pseudoniem zodat hij het in Duitsland kon verspreiden. Von Hildebrand was Duitsland ontvlucht nadat hij ontslagen was op de universiteit. Bij een verplichte rondvraag had hij zich opgegeven als niet-Ariër uit sympathie voor de Joden. In Oostenrijk werd hij als de belangrijkste vijand van het nationaalsocialisme gezien, bij een toekomstige invasie zou hij direct gearresteerd moeten worden.

Die invasie vond plaats in de vroege ochtend van twaalf maart 1938. Op elf maart was al duidelijk dat de nazi’s Wenen snel zouden overnemen, allerlei figuren paradeerden reeds met swastikasymbolen door de Weense straten. Ik stel me soms voor hoe het Weense straatbeeld eruit moet hebben gezien met al die rode vlaggen en hakenkruizen, het zal ongetwijfeld een beklemmende indruk hebben gemaakt.

Von Hildebrand moest Wenen zo snel mogelijk verlaten, maar wist dat hij in de gaten werd gehouden door de Gestapo. In alle haast, zonder enige bezittingen mee te nemen, nam hij samen met zijn vrouw de trein naar Tsjecho-Slowakije. De trein, die vol zat met Joden, stopte echter bij de grens met de mededeling dat Oostenrijkse burgers het land niet mochten verlaten. Waar dit voor de aanwezige Joden een gewis einde betekende, wisten de Von Hildebrands te ontkomen aangezien ze in bezit waren van een Zwitsers paspoort. Om twee uur ’s nachts arriveerden drie Gestapo-agenten bij het appartement aan de Habsburgergasse. Ze waren de dans ontsprongen.

De demonstratie loopt ten einde. De moderator wijst ons erop dat we alle symbolen zoals sterren en vlaggen moeten bedekken. Op het Stephansplatz even verderop scandeert een joelende menigte antisemitische leuzen. De dreiging die hiervan uitgaat, en het antisemitisme dat daar te horen is, staan niet op zichzelf. Anderhalve week later wordt een Joodse vlag van een synagoge getrokken en vliegt er een steen door de ruit van een Joodse slager. Ik merk dat in onze tijd weer waakzaamheid geboden is voor opkomende Jodenhaat in Europa en daarbuiten. Incidenten wereldwijd laten dit zien. Ook nu weer zijn er voorbeeldfiguren zoals Dietrich von Hildebrand nodig, die met woord en daad daartegen verzet aantekenen. Zijn moed en zijn diepe christelijke drijfveren in dit verzet verdienen vandaag navolging.